Programma – Die Zauberflöte
Inhoud:
Bezetting
Traverso, viool, alviool & cello
Programma
Wolfgang Amadeus Mozart (1764-1792)
Kwartet in C voor fluit, viool, alviool & cello, KV Anh. 171 (285b) (16′)
Allegro, Thema mit Variationen
Divertimento voor strijktrio in E-flat major, KV 563 (9′)
Allegro
Die Zauberflöte, KV 620 (15′)
In een bewerking door Franz Heinrich Ehrenfried voor fluitkwartet
Selectie
Duo in G voor viool & altviool, KV 423 (9′)
Adagio, Rondeau. Allegro
Kwartet in D voor fluit, viool, altviool & cello, KV 285 (16’30”)
Allegro, Adagio, Rondeau
Programmatekst
Wie op zoek is naar ‘zonnige muziek’, is bij de kwartetten voor traverso en drie strijkers van Mozart aan het juiste adres (KV 285 en 285b). Het zijn heerlijke stukken muziek bestemd voor het intiem musiceren, met aanstekelijke melodieën en verfijnd samenspel tussen de fluit en de strijkers. En wie smelt niet weg bij het lieflijke middendeel van KV 285, met de tokkelende strijkers, een imitatie van een serenade van de zanger-minnaar met zijn gitaar? In het tweede deel van KV 285b demonstreert Mozart zijn talent om een melodie van alle kanten te belichten in een reeks van zes variaties, met een dansante climax tot besluit. Dat de traverso toen ontzettend populair was, blijkt uit de eigentijdse arrangementen van aria’s uit opera’s, zoals van Mozarts Die Zauberflöte. Meer afgestemd op doorlopend dialogerend spel is het prachtige duo voor viool en altviool KV 423. Een hoogtepunt in Mozarts oeuvre voor drie strijkers is ongetwijfeld het prachtige begindeel van het Trio voor strijkers KV 563, een laat meesterwerk dat door de subtiele vervlechting van de stemmen en de inhoudelijke diepgang kan concurreren met zijn late strijkkwartetten. Een programma om van te snoepen!
Ignace Bossuyt