Programma – O Haupt

Inhoud:

Bezetting

5 musici

Programma

Versie A: hobo, viool, altviool, cello & klavecimbel / traverso

Georg Philipp Telemann (1681-1767)
Hobosonate in g, TWV 41:g6 (Musique de table, 1733)
Largo – Presto – Tempo Giusto – Da Capo

Fantasia 8 in g voor klavecimbel TWV 33:8
Cantabile – Allegro

Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Koraal ‘O Haupt vol Blut und Wundenā€™

Johann Gottlieb Janitsch (1708-1762)
Sonata da camera in g, ‘O Haupt vol Blut und Wunden’
Largo e mestoso – Allegretto – Adagio ma non troppo – Vivace non troppo

***

Georg Philipp Telemann (1681-1767)
Triosonate voor viool, viola & continuo in D, TWV 42:D11
Allegro – Adagio – Vivace

Hoboconcerto in D, TWV 51:D5
Adagio

Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Sonate voor viool & klavecimbel in A, BWV 1015
Andante un poco, Presto

*** Pauze ***

Georg Philipp Telemann (1681-1767)
Fantasia voor traverso in g, TWV 40:13
Grave – Allegro – Grave – Allegro – Dolce – Allegro – Presto

Suite voor traverso, viool & continuo in d, TWV 42:d3
Dolce – Allegro – Dolce – Allegro – Adagio – Moderato – Vivace

***

Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Cellosuite in G, BWV 1007
Menuet II

Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788)
Hobosonate in g, H.549
Adagio – Vivace

***

Georg Philipp Telemann (1681-1767)
Sonate voor blokfluit, viool & continuo, TWV 42:F8
Andante – Allegro – Largo – Allegro

***

Johann Gottlieb Janitsch (1708-1762)
Kwartet in c, uit 5 Quartets
Poco largo, Alla breve, Allegro moderato

Versie B: traverso, hobo, viool, altviool, cello & klavecimbel

Johann Gottlieb Janitsch

  • Sonata da camera voor fluit, hobo, altviool & basso continuo in c, Op. 1 nr. 1
  • Sonata da chiesa voor fluit, viool, altviool & basso continuo Op. 7, nr. 2
  • ā€œO Haupt voll Blut und Wundenā€ Sonata da camera voor hobo, 2 altviolen & basso continuo in g
  • Kwartet voor fluit, 2 altviolen & basso continuo in C
  • ā€œEchoā€ Sonata da camera voor fluit, hobo, altviool & basso continuo in D, Op. 5, nr. 1

Programmatekst

Over versie A: Dit programma is een ode aan de Duitse instrumentale kamermuziek uit de eerste helft van de 18e eeuw. We presenteren het in al haar facetten, van solostukken tot kwartetten in verschillende combinaties met blazers, strijkers en klavecimbel. Twee componisten die in een dergelijke bloemlezing niet mogen ontbreken zijn uiteraard Johann Sebastian Bach en Georg Philipp Telemann; hun composities nemen een belangrijke plaats in binnen het kamermuziekrepertoire. Bach kreeg die erkenning eerder na zijn dood, Telemann reeds tijdens zijn leven, deels omdat hij het heft in eigen handen nam door veel composities zelf uit te geven en te verspreiden, terwijl Bachā€™s werken lang enkel in manuscripten bestonden. Twee Duitse kamermuziekcomponisten die, volgens ons, onterecht iets meer in de schaduw staan, zijn Johann Gottlieb Janitsch en Carl Philipp Emanuel Bach. De vier componisten vertegenwoordigd in dit programma waren met elkaar verbonden: voor zijn zoon Carl Philipp Emanuel koos Johann Sebastian Bach zā€™n vriend en collega Georg Philipp Telemann als peter, later werkte Carl Philipp net als Janitsch voor Frederick de grote en op die werkplek kwam Johann Sebastian een paar keer op bezoek.
De compositie waarrond dit programma is opgebouwd, is het kwartet voor hobo, viool, altviool en basso continuo van Johann Gottlieb Janitsch met als bijnaam ā€˜O Hauptā€™. In het derde deel speelt de hobo namelijk de koraalmelodie ā€˜O Haupt voll Blut und Wundenā€™ die Johann Sebastian Bach ook in zijn MattheĆ¼spassie gebruikt. Met die laatste versie leidden we het gelijknamige stuk van Janitsch in. Janitsch werd al in zijn tijd geprezen door zijn uitblinken in het gelijkwaardig laten dialogeren van de verschillende instrumenten in zijn kwartetten, een complex staaltje compositietechniek. Dit fascinerende aspect van zijn compositietalent komt duidelijk naar voor in de twee kwartetten van dit programma.
Een soort ā€˜dialoogstukā€™ waar een groter aantal barokcomponisten zich aan waagden, was de triosonate waarbij twee solisten met elkaar, en soms ook met de basso continuo, in dialoog gaan. Telemann schreef zulke sonates voor de meest speciale bezettingen, bijvoorbeeld voor hoorn en blokfluit, hobo en discant gamba en fluit en viola dā€™amore, telkens met basso continuo. De combinatie blokfluit en viool die in dit programma voorkomt, is wat minder verrassend; die met viool en altviool is dan weer wat unieker, omdat de altviool destijds meestal eerder een middenstemfunctie kreeg. Dit is trouwens geenszinds het geval in dit programma dankzij de rijke altvioolpartijen in deze triosonate en in de kwartetten van Janitsch.Ā Bij een concerto is er een dialoog tussen Ć©Ć©n of enkele solisten en het ensemble of orkest. Wanneer het ā€˜orkestā€™ slechts uit twee strijkers en basso continuo bestaat, zoals bij het concerto van Telemann dat we kozen, hoort dit genre ook helemaal thuis in kamermuzieksferen.
De meest intieme vorm van kamermuziek is het solospel. Solomuziek voor harmonische instrumenten (die verschillende stemmen tegelijkertijd kunnen spelen), zoals klavecimbel, is van alle tijden en landen uit de westerse muziekgeschiedenis. Solostukken voor melodie-instrumenten zonder begeleiding is veel zeldzamer. Bach en Telemann zijn bij de weinige barokcomponisten die zich eraan waagden. De eenstemmigheid compenseren ze o.a. door schijnpolyfonie; door heen en weer te springen tussen verschillende registers van het instrument wordt de indruk gecreĆ«erd dat er verschillende stemmen klinken. Veel gebruikelijker was om een solist op een melodie-instrument te begeleiden met basso continuo, zoals in de sonates van Telemann en C. P. E. Bach. Een nieuwere vorm van sonates was om het klavecimbel een obligate partij, i.p.v. een basso continuo-partij, te geven waarbij ā€˜beide handenā€™ dialogeren met het melodie-instrument zoals in de sonate voor viool en klavecimbel van Bach.
GeĆÆnspireerd door 18e eeuwse voorbeelden hebben we ons niet beperkt tot het na elkaar brengen van volledige sonates en concerti, maar hebben we hier en daar een selectie van delen gemaakt en losstaande stukken met elkaar verbonden om zo tot eigen, gevarieerde geheeltjes te komen.

Opnames